Johannes Barger


Johannes Barger

Dominee Johannes Barger, ook wel genoemd "de blikken dominee". In maart 1894 komt in Harlingen een gewelddadig einde aan het leven van Cato Mirande (23). Ze was al twee jaar lang in het diepste geheim de minnares van Hervormd dominee Johan Barger (40). Barger werd op 2 juni 1894 door het gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, Hij overleed op 46-jarige leeftijd in Bijzondere Strafgevangenis te Leeuwarden aan een longziekte.


Johan Barger

Johan Barger (Amsterdam, 8 december 1853 – Leeuwarden, 2 mei 1900) was een Nederlandse dominee en moordenaar. Hij was de zoon van de timmerman Petrus Barger en Johanna ten Broekhorst. Hij studeerde theologie te Utrecht en bracht in 1975 een redelijk goed ontvangen dichtbundel uit, getiteld Van Bloesems en knoppen. Vanaf 2 mei 1880 was hij predikant te Goudswaard. Hij was toen al getrouwd, maar blijkbaar was was dat een weinig gelukkig huwelijk. In 1882 ontvluchtte hij wegens huwelijksproblemen zijn woning en legde zijn ambt in Goudswaard neer. In 1883 werd hij hulppredikant te Lettelbert,een gehucht in het Westerkwartier van de provincie Groningen met minder dan tweehonderd inwoners. Een jaar later werd hij er predikant en weer een jaar later werd hij benoemd te Garnwerd. Op 16 juli 1885 trouwde hij in Leek voor de tweede maal, met Eilke Venema (1864-1944), de 21-jarige dochter van schoolmeester Jan Venema en zijn Doortje Kooij. In 1888 maakte hij opnieuw een promotie met zijn aanstelling als predikant in Harlingen, waar hij een statig pand aan de Noorderhaven 29 betrok. Hij leerde in Harlingen al snel de 17-jarige Catharina Helena Mirande (Harlingen, 25 maart 1870 – Harlingen 6 maart 1894) kennen, die catechisatielessen bij hem volgde. Cato, zoals ze gebruikelijk werd genoemd was de dochter van winkelier Carel Louis Mirande (1829-1895), de jongste in het gezin. Ze had twee broers en twee zussen; een jonger zusje overleed jong en de moeder Laurina Jacoba van den Broeke (Middelburg, 1836 – Harlingen, 1874) stierf toen Cato vier jaar oud was. Het gezin leidde een teruggetrokken leven in hun woning op de Grote Bredeplaats 21, vlak bij de haven van Harlingen. Er ontstond via de catechisatielessen al snel een vriendschap tussen mevrouw Eilke Barger-Venema en Cato, die Cato twee dagen per week in dienst nam als naaister. Cato werd in de domineeswoning kind aan huis en zo kwam ze steeds meer in privécontact met de dominee. Die ging zich bemoeien met haar opvoeding en stelde zich op als een voogd. Tijdens lange gesprekken in zijn studeerkamer zou het meisje verliefd op hem zijn geworden, aldus Barger in een latere verklaring. ‘Ik ben nog zo jong en heb u lief’, bekende zij hem. In 1892 kreeg Cato aanzoeken van andere mannen, maar op aandringen van Barger wees ze die van de hand. Toen zijn vrouw op 24 november 1892 niet thuis was, wist hij Cato het bed in te krijgen. Vanaf dat moment begon de dominee Cato Mirande steeds meer als zijn slavin behandelen. Hij bedreigde haar als hij zijn zin niet kreeg. Als stok achter de deur had hij een briefkaart voor haar familie klaar liggen waarin hij openheid van zaken zou geven. Op 30 januari 1894 barstte echter tijdens een huwelijksfeest bij de familie Mirande thuis de bom. Voor een toneelstukje moest Cato zich omkleden, maar Barger verbood haar dit te doen in aanwezigheid van enkele heren. Toen dit toch gebeurde, verliet hij woedend het ‘huis van ontucht’ van de Mirandes. Cato biechtte haar verhouding met de dominee op aan haar vader, die haar verbood nog langer bij de Bargers op bezoek te gaan. Na de breuk raakte de predikant in slechte doen en hij greep naar de fles. In Amsterdam bestelde hij twee wapens, die hij op 2 maart 1894 ophaalde en thuis in de kast legde. Gedachten aan zelfmoord maakten plaats voor moordplannen, neergeschreven in een dagboek dat later als bewijsmateriaal zou dienen. Op 6 maart 1894 stuurde de predikant zijn vrouw naar het huis van de Mirandes om Cato te halen voor een laatste onderhoud. Misschien dat de zaak uitgepraat kon worden. Hij dronk zichzelf moed in en legde de geladen revolvers klaar. Toen zijn vrouw op de bovenverdieping de jas van Cato ophing, lokte de dominee de jonge vrouw naar een voorkamertje en deed vervolgens de deur op slot. ‘Moet nu alles tussen ons uit zijn?’ vroeg hij Cato. Het meisje wees hem echter af en probeerde tevergeefs te ontsnappen. De dominee was razend, greep een revolver uit zijn broekzak en schoot op zijn jeugdige geliefde. Het eerste schot miste, het tweede bracht Cato ten val. Van dichtbij schoot hij nog een aantal malen door haar hoofd. Cato Mirande stierf vrijwel terstond. Vervolgens pakte hij zijn hoge hoed en wandelde in alle rust naar het politiebureau. Het pistool had hij nog bij zich. OP het bureau vertelde Barger aan agent Johannes van der Meulen dat hij een moord begaan had. Tijdens het verhoor zei hij: ‘Ik ben geen Christen meer, ik ben een schurk, ik heb een moord gedaan!’ Mevrouw Barger had het lawaai gehoord, maar toen ze beneden kwam, was haar man al op weg naar het politiebureau. Toen het tot haar doordrong wat er was gebeurd, probeerde ze zich in de Noorderhaven te verdrinken. Haar dienstmeisje Eke kon dit nog maar net verhinderen. De moord van de dominee verbijsterde niet alleen Harlingen, maar heel Nederland. Tijdens de eerste zitting op 24 mei 1894 eiste het Openbaar Ministerie levenslang, maar mr. W.B. Buma, de verdediger van Johan Barger, bestreed dat er sprake was geweest van moord met voorbedachten rade. Het bewijs tegen Barger was echter overweldigend en hij werd dan ook op 2 juni 1894 door het gerechtshof te Leeuwarden veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf, mede op basis van aantekeningen uit zijn dagboek. Hij tekende tegen het vonnis appel aan, maar ook het Openbaar Ministerie ging in hoger beroep. Dat wilde bereiken dat bij het eventueel omzetten van de levenslange gevangenisstraf in een lagere straf Barger toch zou worden ontzet uit alle burgerrechten. Op 13 juli 1894 diende het hoger beroep en al op 25 juli 1894 werd het vonnis in hoger beroep bevestigd.Een snelle rechtsgang waarop we heden ten dage wel jaloers mogen zijn. Het huwelijk van Johan Barger met Eilke Venema werd op 16 april 1895 te Harlingen ontbonden. Eilke zou in 1908 voor de tweede maal in het huwelijk treden met Rikent Willem, die een zuivelhandel had. Barger stierf op 2 mei 1900 aan een longontsteking, 46  jaar oud. Hij werd de volgende dag begraven op de Algemene Begraafplaats in Leeuwarden, op de Vijfde Afdeling, van de naamlozen, zwervers en landlopers. Bron: muisenest.nl


Blikken Dominee

Blikken Dominee Johannes Barger. Dominee Johannes Barger, ook wel genoemd "de blikken dominee". In maart 1894 komt in Harlingen een gewelddadig einde aan het leven van Cato Mirande (23). Ze was al twee jaar lang in het diepste geheim de minnares van Hervormd dominee Johan Barger (40) 

Ik ben geen Christen meer, ik ben een schurk, ik heb een moord gedaan! bekent de predikant tegenover de politie. Catos dood verbijstert niet alleen Harlingen, maar heel Nederland. De afschuw over dit misdrijf wordt verwoord in Ta-ra-ra-boem-di-ee, de blikken dominee, een van de bekendste straatliederen. Ewoud Sanders (1958) is historicus, journal is en lexicograaf. De geschiedenis van ons nationalestraatliet. 


Blikken dominee

Straatlied

Download
Ta-ra-ra-boem-di-ee
De geschiedenis van ons nationale straatlied
Tararaboemdiee.pdf
Adobe Acrobat document 3.7 MB


Uitleg van Blikken dominee

Een blikken dominee, volgens het Ndl. Wdb. III, 2784 ‘een zeer rechtzinnig en dientengevolge “stijf” predikant’. De beteekenis van blikken is echter niet die van ‘stijf’, maar van onecht, niet vol, van weinig waarde; vgl. hd. blech, Sache von geringem Wert; sinnloses Zeug; blecherne Weisheit, nietsbeteekenende wijsheid; ndl. een blikken, een officier van de administratie1). ‘Een blikken domine’ is een straatprediker of een oefenaar (Ndl. Wdb. II, 2847). Voor plaatsbewijzen zie Nav. XXIX, 262; Nkr. II, 6 Dec. p. 6: Daarbij plechtige gebaren makend, van een blikken dominee afgekeken; IV, 25 Dec. p. 6; VIII, 10 Jan. p. 2; Amst. 62: Hij is fijn geworden!... 't is de blikken dominee, hij is van 't hondje gebeten; Kmz. 50; Kent. 35: Toen kijkt-ie me an met z'n valsche smoel, als 'n blikke dominée bij 'n sterfbed; Twee W.B. 91: Ach, blikke domenee, wou je met mij ruzie zoeken? Groot Nederland, Oct. 1914, bl. 419: Laat onzen lieven Heer 'r buiten - stel je niet as 'n blikken dominee an; Handelsblad, 2 Maart 1914 (avondbl.) p. 1 k. 2: De vroegere minister joeg op de Jantjes een blikken dominée af, die onder den eenen arm den Heidelbergschen catechismus droeg en onder den anderen Bunjam's pelgrimsreis naar de eeuwigheid; 24 Dec. 1915 p. 2 k. 1 (ochtenbl.);Amsterdammer, 13 Dec. 1914 p. 7 k. 1: Als niet te kwader ure op commando van een of anderen ‘blikke-domine’ van 'n legislateur wij Amsterdammers zoo buitengewoon fatsoenlijk waren geworden; enz. Vgl. hd. ein blecherner Heiland, religionslehrer. 

Biografie Johan Barger 

Johan Barger (Amsterdam, 8 december 1853 – Leeuwarden, 2 mei 1900) was een Nederlandse dominee en moordenaar. Barger werd geboren te Amsterdam, als zoon van de timmerman Petrus Barger en Johanna ten Broekhorst. Hij studeerde theologie te Utrecht en was vanaf 2 mei 1880 predikant te Goudswaard. Wegens huwelijksproblemen ontvluchtte hij zijn woning, waarna hij in 1882 zijn ambt tijdelijk neerlegde. In 1883 werd hij hulppredikant te Lettelbert, waar hij in 1884 predikant werd. In 1885 werd hij benoemd te Garnwerd. Op 16 juli 1885 trouwde hij voor de tweede maal, nu met Eilke Venema. In 1888 werd hij aangesteld in Harlingen, waar hij woonde aan de Noorderhaven 29. lees meer