Kasteel der stad


Het huis van Tuchtiging en Opsluiting, is verbonden met het hoofdgebouw van het voormalige blokhuis of kasteel der stad. Het werd in 1661 gebouwd, doch brandde, den 12 November 1754, bijna geheel af, waarna het veel sterker en veiliger is opgebouwd. Nog voor weinige jaren, en wel in het jaar 1824, is daar naast een veel grooter gebouw, tot werkzalen der gevangenen aangebouwd.

 

Deze alzoo vereenigde gebouwen zijn, in het jaar 1838, ter wederzijde door eene gracht van de stad afgescheiden. Het is eens van 's Rijks groote gevangenissen, waar een aantal gevangenen, niet alleen uit de provincie Friesland, maar ook uit andere oorden overgebragt worden, doch is wat bekrompen voor het groot getal veroordeelden, die het gewoonlijk bevat.

 

Deze gevangenis heeft eene zeer ruime binneplaats, en wordt door het tijdelijk garnizoen bewaakt. Zij heeft thans eene uitmuntende inrigting en bestuur. Ook het fabrijkaat in deze gevangenis, waar 600 à 700 mannen en jongens zijn opgesloten, is uitmuntend. De voortreffelijke inrigting en orde en de doelmatigheid der ingevoerde klassificatie (in vier klassen) onder de gevangenen zijn de voorwerpen van den lof der vreemdelingen. De arbeid der volwassenen bestaat in de bewerking van wol, waarvan zij lakens, dekens, kousen, wollen garens, slaapmutsen, halsdoeken, enz. vervaardigen.

 

De jaarlijksche afleveringen der fabrijk bedragen door elkander 13,000 a 14,000 ell. laken van drievierendeel breedte, 2000 ell. tieretijn, 800 paren kousen, 3000 à 4000 doeken, en ongeveer 4000 pond garen, 9000 stuks kleeding door de troepen, enz. Het geheele bedrag der, in 1837, door deze fabrijk afgeleverde stoffen, was 98,356 guld., waaraan dus ieder gevangene door 173 guld. per hoofd had toegebragt. De algemeene kosten van onderhoud bedroegen, in 1837, 36,904 guld. Ook de zedelijke verbetering draagt hier goede vruchten.
bron: vd AA