Toiletemmer op cel


Kiepelton, toiletemmer, wc emmer of ton op cel

Een toilet emmer voor in de cel. Er was geen vaste toilet op cel, een ijzeren emmer met een deksel was de plek waar je behoefte op moest doen. In de rand van de emmer zit een gleuf waar een vloeistof in werd gedaan, dit diende als "stankafsluiter". De ton penetreert de cel met zijn inhoud met een constante creosootlucht en het is vanouds bekend dat teerproducten de eetlust aanwakkeren. In de oorlogsjaren 40 45 was het een regelmaat dat meerdere mensen op cel zaten, dit betekende dus in het bijzijn van anderen je behoefte doen op de emmer.


De factor van luchtbederf zullen we de privaat-gelegenheid der gevangenen beschouwen. Deze bestaat uit een metalen emmer met dubbelen bovenrand. Deze ronde gleuf wordt met een creoline oplossing gevuld en geeft zodoende gelegenheid, den inhoud van den emmer luchtdicht af te sluiten met een in de gleuf passend deksel. Het is echter niet te vermijden, dat bij gebruik, vooral als urinoir, het water in den rand verontreinigd wordt. In een betrekkelijk warme omgeving zal dit gauw aanleiding geven tot minder gewenste lucht. Bovendien kunnen de fecaliën en de urine ziektekiemen bevatten, niet alleen van zieken, doch ook van gezonde bacteriëndragers. Verder kunnen er wormen of eieren met de ontlasting worden afgescheiden. Deze emmers worden 's morgens opgehaald en in een daarvoor bestemden wagen geledigd. Dit laatste geschiedde door de huisdienstploeg, op elke ring geassisteerd door zgn. hulpreiniger. Deze ontving daarvoor een weinig vorstelijke toeslag op het arbeidsloon van – naar ik meen - 2½ cent per dag. Op de karren werden des morgens de tonnen vervoerd naar één der stortplaatsen, waar ze werden geleegd, gereinigd en van creoline voorzien, het zgn. kiepelen. Daarna gingen ze retour cel. Die doordringende geur hing er altijd en overal, behalve in het kantoorgebouw gelukkig. Totdat de gemeenschappelijke was/toiletafdelingen werden gemaakt, duurde deze praktijk noodgedwongen voort.

Creoline

Creoline wordt tegenwoordig absoluut niet meer gebruikt, omdat de nadelen vele malen groter zijn dan de voordelen. De werkzaamheid is erg beperkt. Het is zeer giftig voor mens en dier en bovendien erg belastend voor het milieu. 

Ochtendritueel 1948

Om 7 uur worden de celdeuren in de cellenvleugel geopend. Eerst wordt de beruchte ton buiten gezet en dan kunnen de gevangenen hun stenen waterkruik bij de waterkraan op de gang vullen. In de cellen bevindt zich namelijk geen sanitaire installatie, men wast zich in een wasblik. Op de verblijfzalen staan gemeenschappelijke wasbakken met stromend water.') Dan wordt de krib opgemaakt en opgeklapt, lakens en dekens worden volgens voorschrift gevouwen. Ondertussen deelt een bewaarder brood uit en komt de gangreiniger binnen om de blikken kroezen met „koffie" te vullen. De gevangene voltooit zijn toilet en hij ontbijt. Sommigen hebben nog de moed hun cel met stoffer en blik aan te vegen. Onderwijl wordt het eerste sigaretje gerookt. Tijdens deze bedrijven is de cel weer gesloten. Te kwart voor 8 luidt de bel opnieuw: aanvang van de arbeid! Weer knarsen de sleutels en koutend en keuvelend begeeft elk zich naar zijn werkplaats, behalve de celwerkers. 

Verbouwing 1948

 1948 verbouwing aan cellenblok. De beruchte 'TON' is in een aparte wc geplaatst. Een houten kast met een deur met raampjes. Veel van het enge en ergerlijke is daar door verdwenen. 

Toiletemmer op cel