Hermannus (Herman) van der Vegte


Hermannus van der Vegte
Hermannus van der Vegte, midden onder
Hermannus van der Vegte
Hermannus van der Vegte, boven rechts


Er zijn allerlei verhalen over de 2e W.O. Over oorlogshelden, over oorlogsslachtoffers, over mensen die gevangen hebben gezeten vanwege verzetsdaden, maar de rol van bewaarders in strafgevangenissen ben ik niet tegen gekomen. Een broer van mij vond ook dat er niet veel berichtgeving was over de rol van onze vader in de Tweede Wereld oorlog en zodoende is het onderstaande verslag tot stand gekomen. Onze vader had heel wat stukken bewaard en na verder onderzoek en gesprekken met familieleden van mensen die dankbrieven aan onze vader stuurden hebben we het volgende samengesteld. Als dochter die dit schrijft zal ik het veelal hebben over mijn of onze vader. In December 1937 verhuist Hermannus van der Vegte, mijn vader dus, oud 30 jaar met zijn kersverse bruid van Leeuwarden naar Blerick, een plaatsje vlakbij Venlo.

Economisch gezien ging het slecht in de jaren voor de oorlog maar in Limburg kon hij aan de slag als verhuizer bij van Strien (augustus 1937- mei 1940) In die periode was het al heel druk met vooral Joodse families die uit Duitsland weg wilden. Velen vertrokken naar Amsterdam of emigreerden naar Amerika. Mijn vader maakte er ook de beruchte Kristallnacht mee wat hem vreselijk schokte en heel ongerust maakte over de toekomst. Tot hun grote vreugde werd er in maart 1939 een gezonde dochter geboren. Vanwege het uitbreken van de oorlog volgde ontslag bij van Strien. In 1941 werd een 2e dochter geboren. De bezetter vond het nodig om een vrij schootsveld over de Maas te hebben en moesten zonder pardon veel inwoners evacueren. Het jonge gezin vertrok in maart 1942 weer naar Leeuwarden waar ze in moesten wonen bij zijn vader en broers. Dus ineens 4 personen extra in de Willem Sprengerstraat. Voor iedereen gaf dit spanningen. Gelukkig kregen ze in maart 1943 een eigen huis in de 1e Koestraat waar een zoon geboren wordt. Vervolgens eiste de bezetter dat jonge mannen te werk gesteld werden in Nederland of werkkampen in Duitsland. 

Document Herman van der Vegte
Document Herman van der Vegte

Mijn vader koos voor Leeuwarden waar hij kwam te werken in de Bijzondere Strafgevangenis Leeuwarden. Inmiddels was er een echtpaar met kind bij ons ingekwartierd, evacuees ook uit Blerick en woonden we met 8 mensen in de 1e Koestraat. De man was een “onderduiker” en daarvoor was een ingenieus plafond met dubbele bodem gebouwd met een grote kist als slaapgelegenheid. Gedwongen moeten werken voor de bezetter is een vreselijke opgave geweest en op alle mogelijke manieren heeft mijn vader geprobeerd om iets te kunnen betekenen voor de mensen die gevangen gezet waren door de Duitsers. Hij ontmoette verzetsstrijders die piloten verstopt hadden op boerderijen en opgepakt waren. Hij ontmoette dominees die Joden ondersteund hadden of hadden laten onderduiken. Hij ontmoette kortom mensen die voor rechtvaardigheid streden.



Niet alleen bewaarder

Document Herman van der Vegte
Document Herman van der Vegte

Met de fiets (beschikbaar om van huis naar zijn werk te komen) heeft hij vele berichten naar familieleden gebracht en pakjes weer mee terug genomen. Soms wisten familieleden niet waar hun geliefde na een razzia naar toe getransporteerd was en waren blij om een levensteken te vernemen. Sommige verzetsstrijders vroegen hem om hun horloge aan hun familielid te brengen omdat ze bang waren voor deportatie naar Duitsland en niet wisten of ze dit zouden overleven. Dit moeten zware tochten geweest zijn met veel emotie gepaard. Ook mijn moeder zorgde ervoor dat, ondanks het feit dat ze 3 kleine kinderen had, de berichten bij families kwam. Ze wist ook dat onzekerheid over het lot van geliefden moordend is. Zij heeft mijn vader altijd gesteund. Uit de vele dankbrieven die mijn vader heeft mogen ontvangen blijkt zijn betrokkenheid. De allereerste brief die ik uit het kistje van mijn vader haalde was van een dhr. A.J. Kruithof. Wegens het neerschieten van de broer van Mussert werd dhr. Kruithof in eerste instantie ter dood veroordeeld en dat is gewijzigd in levenslang. Gelukkig heeft “levenslang” geduurd tot het einde van de 2e W.O. Deze heer Kruithof dankt mijn vader voor zijn hulp in deze tijd en de originele brief heb ik aan de zoon van dhr. Kruithof gegeven en later is dhr. Kruithof werkzaam geweest in Batavia (Jakarta) in de Bersiap-periode en heeft er toen ook nog briefwisseling plaats gevonden, maar dat was zeer op privé terrein. De zoon van Kruithof en ik als dochter van Hermannus v.d. Vegte hebben nog mail contact. 

Adressen waar we gewoond hebben en bijzonder in die tijd de vingerafdrukken

Document Herman van der Vegte

Dankbetuigingen

Enkele van de vele brieven waar dank betuigd werd. 

Brief tandarts K.Postma aan Herman ven der Vegte

Bijzondere Strafgevangenis

Ik ga nog even terug naar de Bijzondere Strafgevangenis. Ene SD officier Grundmann had daar de touwtjes in handen en vele verzetsstrijders die gevangen zaten werden op, ”beestachtige” wijze verhoord door NSBers Rispens en La Fontaine in opdracht van die Grundmann. De methode om mensen tot een verklaring om namen van andere verzetsstrijders en adressen te dwingen door opsluiting in een zgn. waterkist heeft mijn vader als het meest schokkende ervaren. Dit was 1 van de weinige ervaringen die hij met ons deelde. Mijn zus en ik waren op bezoek in Museum Overloon in Brabant en bij de aanblik van die waterkist stokte onze adem en waren we terug in de tijd van de 2e W.O.

Document Herman van der Vegte

Verzet in Friesland

Even een tussenstap naar 1944. Het verzet in Friesland wilde in 1944 een aantal verzetsstrijders bevrijden waarvan ze bang waren dat die mensen ”door zouden slaan”. Deze hele actie staat bekend als DE OVERVAL die plaats vond op 8 december 1944. De verklaring van Luitenant E. Bultsma spreekt voor zich. Allereerst werden er dus, ”betrouwbare”, dus anti Duits gezinde bewaarders gezocht. Op de site van de Blokhuispoort staat uitgebreide info over de geslaagde overval waar 50 mensen en 1 bewaarder werden bevrijd. 

Bijzonder nog om te vermelden is dat in de dankbrief van ds. Dijkhuis twee namen genoemd worden van 2 mensen uit Monnikendam en Oldemarkt die begin december 1944 in de cel in Leeuwarden geplaatst werden en een week later bevrijd werden. Egbert Mark leverde plattegronden. 

Dankbrief ds Dijkhuis Predikant

Toelichting op de brief

DANKBRIEF VAN 7 JUNI 1945 AAN GEVANGENBEWAARDERS

Jo Steenstra, Nieuw-Buinen, i.s.m. Janny Kleinveld, Wassenaar 

Dat zal niet zo vaak voorkomen, een brief waarin personeelsleden van een Huis van Bewaring dank wordt gezegd. Doch de datum verraadt al veel! De Silehammer 29/1 maart 2021


Download
Sil 29-1 (maart 2021) 5-14 Dankbrief.pdf
Adobe Acrobat document 1.4 MB

Document Herman van der Vegte
Document Herman van der Vegte
Document Herman van der Vegte


Na de geslaagde overval zijn er geen represailles uitgevoerd meer daar bestaan wat twijfels over omdat bij een mislukte aanslag op Grundmann, (beestachtig figuur), zeker 10 mensen uit de Bijz. Strafgevangenis Leeuwarden gehaald zijn en op 11 april zijn geëxecuteerd, 4 dagen voor de bevrijding. Mijn vader zou nooit een bezoek aan de Noorderbegraafplaats overslaan als hij met zijn jongste zoon op familiebezoek was in Leeuwarden, 4 mei dodenherdenking zie ik tranen van mijn moeder en werden altijd deze 3 mensen genoemd. 

Dat het moeten werken in deze Strafgevangenis naast mededogen met je medemens gevaarlijk was blijkt uit documenten die ik vond in een kistje van mijn vader, een verklaring van Nispens en de la Fontaine met potlood uit 1946 dat bij evt. sabotage de bewaarders v.d. Vegte, Zijlstra, Boenders en Terpstra zonder meer mochten worden doodgeschoten. Een opdracht van januari 1945 en weer wordt Grundmann genoemd. 


Kamp De Arendstuin

Na de bevrijding werd op vliegveld Leeuwarden de Arendstuin ingericht voor politieke gevangen. Tot zijn verhuizing naar Scheveningen heeft mijn vader daar gewerkt.

Grundmann

Ik kom terug op Grundmann. Na de oorlog volgden vele processen en ook werd mijn vader opgeroepen om te getuigen in 1949 tegen Grundmann. Grundmann werd veroordeeld tot 12 jaar maar dan wordt er beroep ingesteld en krijgt hij 18 jaar met, voor mijn gevoel, vreemde uitspraak, nl. 1 jaar jubileumgratie. Als Koningin Wilhelmina een jubileum heeft kan ze gratie verlenen en ook oorlogsmisdadigers hadden dat recht op gratie. 

Document Herman van der Vegte

Hepkema’s courant

Op de volgende pagina totale verslag uit de krant. 

“Hepkema’s courant” Nieuwsblad van Friesland. Woensdagavond 6 april 1949 Bijzonder Gerechtshof Leeuwarden

 

Een beest-mens voor zijn rechters.

Gisteren was het de beurt aan Friedrich Edward Grundmann, voorheen Kriminal Assistent S.S. en Oberscharführer, gedetacheerd bij de Sipo en de S.D. te Leeuwarden, om berecht te worden. Niet minder dan 31 getuigen had de procureur-fiscaal gedagvaard, terwijl er bovendien nog 11 getuigen à décharge waren opgeroepen, zodat de behandeling van ’s ochtends 10 uur met een korte pauze tot ’s avonds 9 uur duurde. Hij was, zo merkte de proc.-fiscaal, mr. Wagenaar, in zijn requisitoir op, in de laatste twee oorlogsjaren de schrik van Friesland, niet alleen voor jonge mensen, doch ook voor hen, die zich voor het vaderland verdienstelijk maakten.


Het eerste feit, dat hem ten laste werd gelegd, was, dat hij deels zonder redelijke aanleiding, deels bij wijze van zgn. Verschärfte Vernehmung, arrestanten van de Sipo heeft mishandeld en voorts hem ondergeschikten heeft opgedragen het mishandelen van arrestanten. En deze mishandelingen gebeurden alle op de meest geraffineerde en beestachtige wijze.

Een lange rij getuigen legde verklaringen af.

 

De waterbouwkundige A. Eygelaar te Hengelo, die in 1944 door verdachte werd gearresteerd, was bij een ander in een cel gezet. Deze man, van Joodsen bloede, die door de landwacht te Drachten was aangehouden, vertelde deze getuige van de onmenselijke mishandelingen, welke hij had onder- gaan. Het eind daarvan was, dat de man poogde zelfmoord te plegen door zijn slagader door te snij- den. Dokter Polman had geadviseerd, de patiënt naar een ziekenhuis te brengen, doch verdachte vond dat niet nodig, omdat het maar een Jood was.


Mej. M. M. Lever, destijds te Sneek wonende, was in de nacht van 16 op 17 Nov. 1943 met haar gehele familie gearresteerd door Grundmann, Lammers en consorten. In het huis van bewaring te Leeuwarden, zo lichtte deze getuige het Hof in, werd een 17-jarig Joods meisje met een gummistok toegetakeld. De bewaarster, mevr. v. Randen–Sjollema, vulde dat verhaal nog aan. Verdachte was de enige, die in een kamer in het huis van bewaring de verhoren afnam. Na afloop van het verhoor kon dit meisje haast niet naar boven komen, zó was het de gehele nacht toegetakeld. Alle mishandelingen ontkende verdachte; hij had het meisje niet eens gehoord. 


Mevrouw Hellinga–van Houten, te Nw Beets, was in Maart 1944 in het huis van bewaring terecht gekomen in een cel, waarin ook Martje Leefsma verbleef. Dat meisje vertelde aan getuige van de mishandelingen waaraan zij had blootgestaan, omdat zij niet wilde zeggen, waar zij de levens- middelen kaart vandaan had. Zij mocht niet zeggen, dat zij was mishandeld.

De gevangenbewaarder H. v. d. Vegte, thans te Scheveningen, noemde tal van namen van mensen, die hem vertelden, dat zij door Grundmann waren mishandeld. Hij had zelfs een 12-jarig Joods jongetje verbonden, dat met schaafwonden op zijn lichaam in een cel werd teruggebracht. “Lekker niks gezegd, waar ik ondergedoken ben geweest”, had het ventje nog gezegd. Doch getuige had zelf eens een mishandeling gezien, toen hij de deur van de verhoorkamer had geopend.


De landarbeider A. Lootsma te Loënga werd gearresteerd, toen hij in April 1944 met een transport Joden onderweg was. Op een tafel liggende onderging deze bestiale mishandelingen, waarbij de gummistok brak. Enige malen werd hij op deze manier toegetakeld. Van Amersfoort kwam hij in Augsburg terecht.


Toen mevrouw wed. Birnbaum-Hausdorf met haar echtgenoot te Poppingawier werd ontdekt, onderging zij in het huis van bewaring dezelfde mishandeling. Ten slotte had zij toegegeven van Joodsen bloede te zijn. Anders was het verkeerd afgelopen. Met wanhoop had zij ’t toegegeven.


De mishandeling van W. Andringa, vertegenwoordiger te Leeuwarden, bekende de verdachte. Deze was 13 December 1943 aangehouden, verdacht van illegaal werk. Nog vóór er een woord was gesproken, was getuige al tegen de grond geslagen. Lammers zeide, dat deze mishandeling de gehele nacht zou voortgaan als hij niet bekende.


De heer G. T. de Jong te Leeuwarden, die bij Dronrijp zou worden gefusilleerd en door zich, “dood” te houden het leven behield, was 7 April 1945 in het Burmaniahuis door Grundmann gehoord door de Moffenknecht Meekhof eveneens ergerlijk mishandeld en ten slotte de heer P. Dolstra te Leeuwarden.

 

De moord op Jan Bakker te Bergum.

Samen en in vereniging met een ander had men de arrestant Jan Bakker zonder enige vorm van proces uit de weg geruimd. Tegen een collega, R. Föschl, had verdachte eens in de gevangenis te Vught gezegd, dat hij wel eens last kon krijgen met ’t geval, waarbij iemand langs de weg was doodgeschoten. Het was mej. K. Douma, kantoorbediende te Bergum, die van het gebeurde méér wist. Zij was in een buis aan de Nieuwestad te Leeuwarden in handen gevallen van de Duitsers. In de Spaarbank zag zij, dat Jan Bakker werd binnengebracht. Later hoorde ze hem schreeuwen en gillen en daarna zag zij dat men hem naar een cel sleepte. Grundmann liep ernaast met een gummiknuppel onder de arm. De gevangene K. C. Fatoer verklaarde, dat de Belgische Rexisten en Grundmann Bakker hadden mishandeld. Deze lag bewusteloos in de cel. Na enige dagen bespeurde men een onaangename lucht. Men besloot toen Bakker uit de weg te ruimen. Twee personen droegen hem in een bestelwagentje. De Belgische Rexist d’Hollander dacht, dat men de man naar een ziekenhuis zou brengen, doch men vervoerde hem naar een zandweg bij Bergum, waar hem ’t genadeschot werd gegeven.

 

De jacht op Joden

Het derde feit gold de arrestatie van personen van Joodsen bloede en van hen, die er van verdacht werden, hulp aan deze mensen te hebben verleend. De ambtenaar van het seinwezen bij de Spoorwegen, de heer J. v. d. Mei te Leeuwarden, verborg twee Joodse vrouwen, die werden meegenomen, evenals getuige, die in het Weeshuis werd mishandeld. In Oktober 1943 werden bij een razzia waaraan Grundmann en Lammers meededen, niet minder dan zes Joden te Jislum gearresteerd, evenals de gastheren. Een hunner kwam in een Duits kamp terecht en een ander kwam in Duitsland om.

 

De heer K. Pais, wachtmeester te St. Jac. Parochie, vroeger te Rinsumageest, verborg vijf Joden. De heer Pais kwam in Vught terecht. 2 Vervolgens kwam er als getuige à décharge een illuster gezelschap als Meekhof. Haase uit het Scholtenhuis te Groningen, Lammers, Vogt en Rudolph, die trachtten gunstige verklaringen voor Grundmann af te leggen. Eén pot nat. Lammers groette verdachte, toen hij de zaal verliet, met een gemoedelijk tikje op de schouder.

Doch er waren ook nog Nederlanders, die een gunstige verklaring aflegden, zoals K. Hoogeveen, autohandelaar te Leeuwarden, die van Grundmann heel wat gedaan kreeg, voorts J. Cats te Frane- ker, G. W. Frijling, candidaat-notaris te Dalfsen, de vroegere burgemeester van Tietjerksteradeel, S. Geerdes en T. A. Edelbroek, beiden te L’warden.

 

Requisitoir en verdediging

De proc-generaal ging het ten laste gelegde nog eens na. Het beulswerk, de mishandelingen, acht- te hij bewezen. Van deze mishandelingen was een systeem gemaakt om het een en ander er uit te timmeren. Zelfs kinderen en vrouwen werden mishandeld. Verdachte moet wel verstoken zijn ge- weest van enig menselijk gevoel. Een schending van alle oorlogswetten. Wat de zaak-Bakker betreft, verdachte zegt er niets mee te maken te hebben gehad. Meer dood dan levend, als een hoop vuil, heeft Bakker in ’n cel gelegen. 

 

De Belgische Rexist Opdebeek, verklaarde, dat verdachte had gezegd, dat Bakker uit de weg moest worden geruimd. De bende zat met ’t geval aan. Opdebeek verklaart, dat hij het genadeschot heeft gegeven. Als meerdere heeft verdachte dit toegelaten. Wat het derde feit betreft, verdachte beweert niet de leiding te hebben gehad. De oude heer Lever kwam in Dachau om. Spr. wil wel aannemen, dat verdachte enkele mensen heeft geholpen, maar dan voor drank, geld en sigaren. Met hart en ziel heeft hij bij de S.D. gewerkt.

 

Eis 20 jaar met aftrek

De toegevoegde raadsman, mr. Smeding, wees erop, dat, als hij meer tijd had gehad, hij meer had kunnen doen. Verdachte is niet de grootse figuur, welke de proc.-fiscaal ervan maakt. Grundmann was de laagste in rang. Ieder kende zijn naam. Dit kwam door de arbeidsinzet. Toen het commando- Albrecht hier kwam, waren Ross en verdachte bang voor deze. Voorts wees spr. erop dat, wat de mishandelingen aangaat, er een persoonsverwisseling heeft plaats gehad. Voor het gebeurde met Bakker zijn geen woorden te vinden. Verdachte had echter geen actief aandeel in dit geval. En de Jodenvervolging komt voor rekening van anderen. Dit mag men een Duitser niet kwalijk nemen. Tal van gunstige verklaringen legde spr. ten slotte over. Voor het tweede feit vroeg hij een nieuwe instructie; in ieder geval een uiterste clementie. Uitspraak 19 April a.s.

 

Uitspraken

Veroordeeld werden: Roelof George Oostindiër, 40 jaar, kapper te Heerenveen, “landwachterswerkzaamheden”, tot 8 jaar R.W.I. met aftrek en verlies der kiesrechten voor het leven. Eis 10 jaar. Hendrik Jan Holties, 48 jaar, landbouwer te Coevorden, idem, 3 jaar en 50 weken en verlies der kiesrechten voor 10 jaar. Verdachte was reeds in vrijheid gesteld. Roelf Evenhuis, 60 jaar, landbouwer te Dalen, idem, 5 jaar R.W.I. met aftrek en verlies beide kies- rechten voor het leven. Eis 8 jaar. Horstman Assen 9 jaar.

Document Herman van der Vegte

De 2e W.O. heeft altijd een rol gespeeld in het leven van mijn ouders. In 1947 komt mijn vader te werken in het Huis van Bewaring in Scheveningen en treft daar Rauter aan, een oorlogsmisdadiger en hoge functionaris destijds bij de SS die in januari 1949 ter dood wordt veroordeeld. De nacht voor de fusillade, die op 25 maart was, moest mijn vader constant alert zijn op het feit dat Rauter geen “zelfmoord,” zou plegen in zijn cel. Rauter wordt gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte te Scheveningen. Dan is er weer heugelijk nieuws in 1951 wordt er weer een zoon geboren. Vervolgens lanceert Minister van Agt in 1972 het idee om de Drie van Breda vrij te laten. Mijn vader reageert met totaal onbegrip. Gratie voor oorlogsmisdadigers onbespreekbaar voor hem. De hoorzitting duurde tot rond 18.00 uur. Informatie over de Drie van Breda is te vinden op Wikipedia en de laatste 2 misdadigers zijn in 1989 vrij gekomen.

Omgekeerde bewijslast

Bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst waren o.a. mensen die de oorlogsjaren veilig in bijvoorbeeld Engeland verbleven, zonder zorgen en angst voor hun leven en hun familie. Extra “zuur” dat sommigen van hen de band BS om hun arm hadden na de oorlog. Het standpunt van de BS was dat iedereen die voor de bezetter gewerkt had “schuldig” was en in sommige gevallen werden, ”Goede Nederlanders“  meegenomen voor verhoor en in een cel gezet en voorgeleid bij een soort zuiveringscommissie. Verklaringen en bewijzen hoe je gedrag was geweest in oorlogstijd moest je in veel gevallen zelf aanleveren. Mijn vader heeft de twijfel aan zijn integriteit als een “zwarte bladzijde” in zijn geschiedenis ervaren. Daar hij als een soort van oorlogsmisdadiger bejegend werd. Mijn zus noemt het “honds”.

Het verstrekken van dit Mobilisatie-Oorlogskruis is “gekocht”. Beetje vreemd wellicht dat ik deze term gebruik, maar mensen die er voor in aanmerking kwamen kregen het aanbod om dit kruis te gaan dragen. Daarna kreeg men een rekening van fl.2,75. Nu in 2021 wordt dit Kruis nog wel postuum verleend en is kosteloos. Het lint is paars met oranje streep en vervolgens zie je “stormdolken” en helm met lauwerkrans.


Film De Overval

Van de Overval is een film gemaakt en over het algemeen schetst de film een goed beeld met hier en daar wat onjuistheden.


Je Maintaindrai

In 1980 is onze vader overleden en heeft een schat aan herinneringen achter gelaten. Onnoemelijk veel dankbrieven zijn een bewijs dat hij een man was die de spreuk die op zijn pet stond “Je Maintaindrai” (ik zal handhaven) meer dan waar heeft gemaakt en dat vervult ons kinderen met grote trots.

Document Herman van der Vegte
Document Herman van der Vegte

Na deze emotionele bedankbrief van Ds. Eerland, die geplaatst is hebben wij als zijn kinderen geprobeerd te schetsen dat de “bewaarder van der Vegte“ in de Bijzondere Strafgevangenis ons respect verdiend en dat zijn leven het waard was om verteld te worden.  Hermannus van der Vegte overlijdt op 24 februari 1980 te Den Haag. De kinderen van Hermannus van der Vegte.

  • J.M. Kleinveld - van der Vegte 
  • H.L. van den Noort - van der Vegte
  • J.G. van der Vegte 
  • H. van der Vegte

Archief familie van der Vegte

Familie van der Vegte

Er zijn vele documenten uit het archief van familie van der Vegte overgedragen aan de stichting Blokhuispoort. De documenten zijn gescand en online geplaatst. Er zijn ook vele kranten overgedragen die berichten over de film van De Overval. Deze kranten liggen in de bibliotheek van Stichting Blokhuispoort. Een prachtig archief wat een goed een beeld geeft over de periode 40 -45 in de Leeuwarder gevangenis en het Huis van Bewaring.

 

Bekijk de documenten via de onderstaande button.


Reactie op het verhaal van Hermannus van der Vegte kunt u richten aan de redactie. Wij zorgen er voor dat uw reacties bij de familie terecht komen en dan neemt de familie van der Vegte contact met u op.

Voer de code in:

Opmerking: De met * gemarkeerde velden zijn verplicht.