Huis van Opsluiting en Tuchtiging


Huis van Opsluiting

Het Huis van Opsluiting en Tuchtiging hoorde vroeger bij het hoofdgebouw van het oude blokhuis of kasteel van de stad. In 1661 werd het gebouwd, maar op 12 november 1754 verwoestte een grote brand bijna alles. Daarna werd het opnieuw opgebouwd, dit keer sterker en veiliger. De gevangenis heeft een grote binnenplaats en wordt tijdelijk bewaakt door soldaten. Tegenwoordig is het goed georganiseerd en heeft het een uitstekend bestuur.

 

In deze gevangenis zitten 600 tot 700 mannen en jongens. Het werk dat hier wordt gedaan is van hoge kwaliteit. De indeling van gevangenen in vier verschillende groepen en de orde binnen de gevangenis worden door bezoekers erg geprezen.

 

De volwassen gevangenen werken met wol en maken daar verschillende producten van, zoals lakens, dekens, kousen, wollen garens, slaapmutsen en halsdoeken. Elk jaar produceert de fabriek grote hoeveelheden: ongeveer 13.000 tot 14.000 ellen laken, 2.000 ellen tieretijn, 800 paar kousen, 3.000 à 4.000 doeken en ongeveer 4.000 pond garen. Daarnaast worden er 9.000 kledingstukken gemaakt voor de troepen.

 

In 1837 waren de totale onderhoudskosten van de gevangenis 36.904 gulden. Bovendien heeft het werk en de discipline binnen de gevangenis een positieve invloed op de gevangenen.

Bevolking 1850

Voor het huis van opsluiting en tuchtiging te Leeuwarden worden de hoogst noodzakelijke kosten van onderhoud uitgetrokken. Mag men daaruit afleiden dat het om deze inrichting naar Medemblik over te brengen nog niet door de regering is opgegeven Er wordt echter in de bij de begroting overgelegde bescheiden niet meer over gesproken.

 

Stand der bevolking van de gevangenis in 1850

 

A. Strafgevangenis Leeuwarden criminele mannen

    Capaciteit 1000 - sterkte op 31 dec 1850 - 780 mannen

 

B. Burgerlijke en militaire Huizen van Verzekering

   Capaciteit 200 - sterkte op 31 dec 1850 - 74 mannen - 19 vrouwen -

 

Minderjarigen:

  • 8 tussen 10 en 13 jaar
  • 28 tussen 13 en 16 jaar
  • 18 tussen 16 en 18 jaar
  • 30 tussen 18 en 20 jaar

Terwijl te Leeuwarden in 1858 een nieuwe vleugel aan het gesticht werd gebouwd, waarvan in 1861 vier zalen met 60, later vier grotere met 212 alcoven in dienst zijn gesteld. Er was een apart gedeelte van het Huis van Opsluiting en tuchtiging voor de veroordeelde minderjarigen vóór 1840, na 1836 


Gevangenisgeld

In sommige instellingen, zoals gestichten, werkhuizen en gevangenissen, werd speciaal betaalgeld gebruikt. Dit zogenaamde gevangenisgeld bestond uit speciale munten die alleen binnen deze instellingen geldig waren. Dit systeem werd toegepast in drie soorten strafgevangenissen: Huizen van Militaire Detentie; Huizen van Correctie; Huizen van Reclusie en Tuchtiging.

Tuchthuisbrand

In de nacht van 11 op 12 november 1754 is het tuchthuis in Leeuwarden "bij toeval" in brand geraakt. Een vrouw en vijf mannen kwamen om in de vlammen. Veel gedetineerden zijn ontvlucht (geaufugeert). Anderen kwamen weer terug en werden in het Blokhuis ondergebracht. 

Kollumer oproer 1797

Oranjeliefde leefde nog sterk onder het gewone volk. Het kwam tot een uitbarsting in Kollum, die bekend staat als het Kollumer Oproer. Onderweg naar Kollum werden al enige huizen in brand gestoken. De mannen waren bewapend met zeisen, snoeimessen en alles wat maar kon dienen om de tegenstanders schrik aan te jagen.  

Verhalen gevangenen

Verhalen uit de het Huis van Opsluiting en Tuchtiging. Verhalen over: Johannes Geerts Pool; Hendrik Eelzes; Roelof Storm; Lammert Feijes; Maryke Meyers en Antje Gerryts.

Lees meer op de volgende pagina's